Michiel & Laura

De ogen staan altijd aan

Michiel & Laura

De ogen staan altijd aan

Als je iemand vraagt welk orgaan je, naast jouw hart, het meest nodig hebt, dan zullen de meesten mensen de ogen noemen. Die staan “aan” vanaf het moment van wakker worden totdat je weer gaat slapen. Twee collega’s die beiden passie voor ogen hebben, zijn Michiel, optometrist en Laura, technisch oogheelkundig assistent die beiden werken op de polikliniek Oogheelkunde.

“In mijn tienerjaren heb ik een klap op mijn oog gekregen, waardoor ik in één keer kind aan huis werd bij de oogarts, een hele sympathieke overigens, en ook vaste klant werd bij een zeer betrokken opticien. Mijn interesse voor dat vakgebied werd in die tijd gewekt. Helaas bleef het bij de fascinatie, want ik had een pretpakket gekozen op de middelbare school, dus zonder exacte vakken waardoor een medische vervolgopleiding was uitgesloten. Uiteindelijk ben ik economie gaan studeren”, vertelt Michiel.

Hij koos voor een baan “op kantoor” en kwam te werken bij een grote multinational in geur –en smaakstoffen. Na bijna 20 jaar was hij helemaal klaar met de lange dagen gevuld met talloze mailtjes en telefoontjes. Als hij de mailtjes uit Europa had bij -en afgewerkt werd Amerika wakker en als hij opstond was Azië al lang up and running.

Hij wilde iets anders, maar wat? De fascinatie voor de ogen was er nog steeds en in 2010 besloot hij zijn baan op te zeggen en te kiezen voor de opleiding tot optometrist. Eigenlijk stond de verbouwing van zijn badkamer op de planning, maar hij koos ervoor de gereserveerde financiën in de opleiding te steken. Deeltijd was, met zijn toen vierenveertig jaar, geen optie, dus werd het voltijd naar school. Hij was de oudste van klas en werd tevens een beetje de papa voor zijn medestudenten. Michiel vond weer de schoolbanken overdag en de studie uurtjes ‘s avonds best pittig, maar desondanks was hij wel als eerste afgestudeerd van zijn klas.

“Na de havo ben ik de opleiding tot opticien gaan doen, ik wilde altijd wel in het ziekenhuis werken, maar ook vanwege de onbekendheid van het TOA beroep ben uiteindelijk toch als opticien aan de slag gegaan, maar na een aantal jaar werken, begon het toch te kriebelen en heb ik toch gesolliciteerd bij het HMC om daar de opleiding tot TOA te doen en voilà daar zit ik nu, alweer twee jaar”, zegt Laura .

“Het mooie aan HMC is de diversiteit aan patiënten, je weet nooit wie je die dag in de ogen kijkt, het maakt elke dag uitdagend, want soms spreek je elkaars taal niet en dan is het zo mooi als je toch contact maakt met een patiënt. Daarnaast hebben we echt een gaaf team, zowel op de poli als op de ok, want daar werk ik ook. Toen ik in HMC kwam werken, was er een plek vrijgekomen in het OK-team, juist de combinatie van TOA en op de OK werken vind ik fantastisch. Als TOA werk je heel individueel en op de OK werk je echt in een team, die afwisseling is echt heel fijn.
Als ik soms vertel hoe wij in het HMC werken met ons team, valt mij vaak op de toegankelijkheid met artsen in ons huis zo laag is in tegenstelling tot andere ziekenhuizen, men is ontzettend benaderbaar en er is totaal geen sprake van hiërarchie. Daar moest ik in het begin wel aan wennen hoor”, vertelt Laura lachend.

Wat is het verschil tussen een optometrist en TOA?
Een optometrist in het ziekenhuis onderzoekt de ogen. Hierbij wordt niet – zoals bij de opticien – alleen maar gelet op de gezichtsscherpte, de optometrist let vooral op de gezondheid van de ogen. Om de gezondheid van de ogen te bepalen voeren de optometristen verschillende onderzoeken uit waarvan enkele zelfstandig.
Een technisch oogheelkundig assistent ondersteunt spreekuren en voert oogheelkundige (voor)onderzoeken uit voor een oogarts. Hieronder valt onder andere het afnemen van een anamnese, bepalen van de visus, voorsegmentbeoordeling en applanatietonometrie.

Waarom kozen Michiel en Laura juist voor HMC?
“Het oogziekenhuis in Rotterdam vond ik te groot, bijna fabrieksachtig en ik ben niet in de wieg weggelegd als ZZP’er om hier en daar te werken. Toen ik solliciteerde bij HMC en voelde mij direct thuis, vooral de diversiteit van de patiëntenpopulatie, maar ook de diversiteit in het team vind ik fijn, daarnaast is de roulatie tussen de verschillende locaties van HMC ook heel leuk”, gaat Michiel verder.

“Er komt hier echt van alles binnen, van iemand die zegt, goh ik heb last van mijn oog en dan blijken er 3 lenzen in het oog te zitten (klein detail het record staat op 11) tot een aan patiënten die glaucoom blijken te hebben, we noemen dat ook wel de sluipmoordenaar binnen de oogheelkunde. Je kunt er vaak heel lang niets van merken, dan kun je plotseling een beetje wazig gaan zien, een rood oog of hoofdpijn hebben, maar uiteindelijk wordt je gezichtsveld steeds kleiner. Maar ook veel patiënten die bekend zijn met andere ziektes zoals diabetes, reuma, hersenaandoeningen zien wij veel op de poli omdat dit effect kan hebben op de ogen.

Wat voor type hebben jullie voor ogen als collega?
Je moet wel iets met ogen hebben, in ieder geval niet bang zijn om er aan te zitten, zeggen Michiel en Laura beiden in koor en affiniteit met de medische wereld.
En mensenkennis, er komen zoveel verschillende patiënten, dat moet je wel kunnen inschatten; sommigen zijn bang, anderen agressief, maar je moet elkaar wel in de ogen kunnen kijken en dat doe je op soms maar minder dan 30 cm afstand. Dus een goede dosis social skills is geen overbodig luxe.

De oogpolikliniek is een van de drukste poliklinieken van het ziekenhuis, er is beweging en dynamiek, is dat iets wat ze ook nodig hebben.

 

“Hier op werk hou ik echt van hectiek, dynamiek en de drukte, maar thuis juist van rust, ik vind het heerlijk om te wandelen of met familie of vrienden te zijn”, vertelt Laura

Michiel zoekt ook de rust op als hij thuis is, in de tuin of op de fiets.

“Kijk iedereen krijgt vroeg of laat een keertje staar, dat kunnen we opereren ook als je 90 jaar bent, dat is niet altijd het geval als je op die leeftijd jouw heup breekt, dus wij kunnen nog wel even mee op de oogheelkunde. Mocht je nou na het lezen van ons verhaal denken, dat lijkt mij wel tof zo’n baan als TOA, loop dan een keertje mee en wie weet zien we jou terug als collega. En een bril dragen is niet per se nodig”.